Wanneer een werkgever met zijn werknemer een regeling treft die tot doel heeft een overbruggingsuitkering tot aan de pensioendatum te bieden, wordt zo’n regeling sinds 1 januari 2005 beschouwd als een RVU, een Regeling Vervroegde Uitkering.
Als daarvan sprake is, is de werkgever een eindheffing van 52% verschuldigd. Met ingang van 1 januari 2021 is de zogenaamde tijdelijke RVU-drempelvrijstelling ingevoerd. Dat betekent dat de RVU-heffing van 52% tijdelijk en onder bepaalde voorwaarden niet meer verschuldigd is. Dit geldt voor zover de betalingen in het kader van de RVU onder het bedrag van de drempelvrijstelling blijven. Met deze tijdelijke versoepeling wordt geprobeerd om werkgevers de mogelijkheid te geven om oudere werknemers tegemoet te komen. Het gaat dan om oudere werknemers die bijvoorbeeld niet hebben kunnen anticiperen op de verhoging van de AOW-leeftijd en niet gezond kunnen blijven werken tot de AOW-leeftijd. Voor het treffen van de regeling geldt wederzijdse vrijwilligheid. Beide partijen moeten instemmen met het vervroegde vertrek.
De voorwaarden voor de RVU-drempelvrijstelling zijn als volgt:
Voorwaarde 1: Maximaal drie jaar voor de wettelijke AOW-leeftijd
- De RVU-drempelvrijstelling kan worden toegepast vanaf het moment dat de werknemer maximaal 36 maanden verwijderd is van de voor hem of haar geldende AOW-leeftijd.
Voorwaarde 2: Hoogte RVU is maximaal gelijk aan RVU-drempelvrijstelling
- De RVU-drempelvrijstelling bedraagt maximaal een bedrag dat, na vermindering van loonbelasting en premie volksverzekeringen, gelijk is aan het nettobedrag van de AOW-uitkering voor alleenstaande personen zoals dat geldt op 1 januari van het jaar waarin de uitkering plaatsvindt. In 2021 is dat € 1.847 per maand (dit bedrag wordt jaarlijks herzien, zodat deze blijft aansluiten bij de hoogte van de netto-AOW). De werknemer kan dit bedrag eventueel zelf aanvullen door bijvoorbeeld zijn of haar pensioen naar voren te halen.
Voorwaarde 3: Totale duur van de vrijstelling is maximaal 36 maanden
- De RVU-drempelvrijstelling geldt voor de periode van maximaal 36 maanden direct voorafgaand aan de AOW-leeftijd. Resteren er 36 maanden tot het bereiken van de AOW-leeftijd, dan is de RVU-drempelvrijstelling €1.847 maal 36. Resteert er nog meer één maand tot de AOW, dan is de RVU-drempelvrijstelling eenmaal € 1.847,-.
Voorwaarde 4: Drempelvrijstelling geldt voor de jaren 2021 – 2025, met uitloopperiode
- De RVU-vrijstelling geldt alleen voor uitkeringen aan werknemers die in de periode 1 januari 2021 tot en met 25 december 2025 maximaal 36 maanden van hun wettelijke AOW-leeftijd verwijderd zijn. Er is een uitloopperiode van 3 jaar; als uiterlijk 31 december 2025 een RVU schriftelijk wordt overeengekomen met een werknemer die uiterlijk op 31 december 2028 de AOW leeftijd bereikt, dan kan tot en met 31 december 2028 de RVU-drempelvrijstelling worden toegepast op die RVU.
Meer informatie over de tijdelijke RVU-drempelvrijstelling kunt u terugvinden in de ‘Handreiking voor uitvoering Regelingen voor vervroegd uittreden’, opgesteld door het Ministerie SZW.
Wat kan ONS PSA voor u betekenen?
Wilt u weten hoe één en ander in de salarisadministratie verwerkt wordt of een pro forma berekening ontvangen om deze met een nieuwe medewerker te bespreken, dan kunt u terecht bij uw vaste PSA contactpersoon.
Wat kan ONS HRM voor u betekenen?
Op het moment dat u overweegt bovenstaand toe te passen bij één of meerdere medewerkers, dan is mogelijk het opstellen van beleid aan de orde. Daarnaast zijn er verschillende manieren om het dienstverband met uw medewerker in het kader van de RVU te beëindigen. Onze HRM consultants kunnen hierover met u meedenken en u hier ondersteuning in bieden.
Stuur ONS een mail via HRM@onsonderwijsbureau.nl en wij nemen contact met u op! Of bel ONS via 088-8504700 en vraag naar onze HRM-afdeling.